Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Dossiers

  Links

  

 

  

 

 

De ledenraadpleging

Orde van Advocaten bezig met rechtsgebiedenregister aflevering 2

De eerste “echte” ledenraadpleging, die dus niet alleen betrekking had op generalisten, vond plaats op 21 maart 2007 te Eindhoven. De bijeenkomst werd, evenals die op 16 maart 2007 te Utrecht, geleid door Mr. B.J.Th. Bouma, geen kantoorgenoot van Mr. van de Klashorst! Eind 2005 had er een onderzoek plaatsgevonden naar de vraag hoe er, waarschijnlijk door advocaten, over advocaten, dus over hun concullega's (?) wordt gedacht. De uitkomst was niet gunstig: de advocaten meenden dat er een gebrek zijn aan kennis, vaardigheden en attitude zou zijn bij hun concullega's.

De conclusie uit het onderzoek zou dus kunnen luiden dat de concullega's geen hoge dunk van elkaar hebben, geen onverwacht resultaat. Kennelijk omdat de concullega's geen hoge dunk van elkaar hebben, heeft de Algemene Raad een voorstel voor een rechtsgebiedenregister aan het College van Afgevaardigden voorgelegd. De meningen waren verdeeld. Sommigen meenden dat het al lang had moeten gebeuren. Bij anderen gaf het aanleiding tot de vraag of het nodig is en wat je je op de hals haalt.

Ook met betrekking tot de aanleiding om tot een rechtsgebiedenregister te komen is er wel wat verwarring. Het idee in het algemeen is dat het zou gaan om bevordering van de kwaliteit. Bij de bijeenkomst voor of over generalisten te Utrecht zei Mr. D. de Snoo van de Algemene Raad echter dat het niet ging om kwaliteit maar om transparantie. Het publiek moest kunnen weten welke advocaten op welke gebieden gespecialiseerd of bekwaam zijn.

Terug naar de bijeenkomst te Eindhoven. Mr. Bouma deelde mede dat besloten is ledenraadplegingen te houden. Hij zei dat er vorige week was gesproken met generalisten, 9 in totaal. Degenen die dachten dat de bijeenkomst te Utrecht speciaal voor generalisten was en daarom weggebleven zijn, hadden dus gelijk en het idee dat het feit dat wij eerder te horen hadden gekregen dat de generalist de “zieke bruine beer van het woud” was, tot een lage opkomst zou moeten leiden, is dus niet onjuist gebleken.

Er komt ook nog een onderzoek via een website en reactieformulieren.

Mr. Bouma maakte duidelijk dat het niet de bedoeling is een verplichting te scheppen tot aansluiting bij een specialisatievereniging of een lidmaatschap daarvan als voorwaarde te stellen om bepaalde zaken te mogen behandelen.

De bedoeling is dat een advocaat zich mag registreren voor 3 rechtsgebieden. Dat zou kunnen betekenen dat een advocaat die zich als generalist laat registreren – even daargelaten wat wij ons daarvan moeten voorstellen – zich daarnaast voor 2 “andere” rechtsgebieden mag laten registreren. Aan die registratie zijn voorwaarden verbonden. Deze hebben betrekking op:

  1. opleiding

  2. praktijkuren – de advocaat moet een bepaald aantal uren op het desbetreffende rechtsgebied actief zijn;

  3. gestructureerd overleg met vakgenoten (ook weer zo'n term die men alleen bij advocaten tegen komt);

  4. het kantoor moet “geordend” zijn, zoals Mr. Bouma het noemt. Dit komt er op neer dat de advocaat of het kantoor een auditverklaring moet hebben.

Wij kregen te horen dat de raden van rechtsbijstand ook plannen in deze richting hebben. “Als de orde het niet doet, doen wij het”, zou het standpunt van de raden voor rechtsbijstand zijn.

Het zou hier met name gaan om de particulier die misschien maar een keer in zijn of haar leven van de diensten van een advocaat gebruik maakt. Het gaat hier dus om een zeer beperkt deel van de rechtszoekenden. Bij grote bedrijven zou de markt zijn werk wel doen. Daarom zouden dit soort regels in die sector niet nodig zijn.

6 april 2007