| ||
|
Bureaucratie
in de advocatuur? |
| |
|
De verklaring die de advocaat moet ondertekenenNieuwe bureaucratie aflevering 4De inschrijvingsvoorwaarden bepalen voorts - zie eerste blad, derde alinea - dat de Raad voor Rechtsbijstand om de twee jaar steekproefsgewijs toetst of de advocaat nog aan de gestelde opleidingseisen voldoet. De advocaat zal dan gevraagd worden een verklaring te ondertekenen, waarin wordt verklaard dat aan de opleidingseisen is voldaan. Indien vervolgens blijkt dat de advocaat ondanks de verklaring toch niet aan de eisen voldoet, kan algehele doorhaling van de inschrijving volgen. Dat betekent dat de advocaat geen toevoegingen meer mag behandelen. Hoe moeten wij dat zien? Stel, een advocaat heeft van de Raad voor Rechtsbijstand een verklaring ontvangen, inhoudende dat de advocaat verklaart aan alle eisen te voldoen. Vervolgens heeft de advocaat de verklaring ondertekend. Daarna blijkt dat de advocaat bij nader inzien toch niet helemaal aan de voorschriften voldoet. De voorschriften zijn immers ingewikkeld, zodat makkelijk iets over het hoofd kan worden gezien. Kan de advocaat dan worden uitgeschreven? Zo ver gaat het misschien niet, want de verklaring die de advocaat moet ondertekenen mag niet meer inhouden dan dat aan de opleidingseisen is voldaan, dus dat het vereiste aantal opleidingspunten is behaald. Daarbij kan het nog wel van belang zijn dat op de verklaring die de advocaat moet ondertekenen duidelijk is aangegeven hoeveel opleidingspunten de advocaat moet hebben behaald. Anders bestaat nog altijd het gevaar dat de verklaring wordt ondertekend door een advocaat die denkt aan de eisen te hebben voldaan en dat later blijkt dat de advocaat bij nader inzien toch niet aan de eisen heeft voldaan, met alle gevolgen van dien. In artikel 6a worden bijzondere eisen geformuleerd waaraan de advocaat moet voldoen om straftoevoegingen te mogen behandelen. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen een nieuwe inschrijving en een voortgezette inschrijving. Een advocaat die wegens het niet voldoen aan bepaalde eisen of om een andere reden, is uitgeschreven en opnieuw staftoevoegingen wil gaan behandelen, zal moeten voldoen aan de eisen voor een nieuwe inschrijving. Dit betekent dat de advocaat onder begeleiding van een reeds ingeschreven rechtsbijstandverlener ten minste 5 strafzaken moet hebben behandeld alvorens voor straftoevoegingen in aanmerking te kunnen komen. Daarnaast zal de advocaat mogelijkerwijs ook (opnieuw) het onderdeel strafrecht van de beroepsopleiding van de "NOVA", de Orde van advocaten, moeten hebben voltooid. Afgaande op de letterlijke bewoordingen van de bepaling, zou moeten worden aangenomen dat het voltooien van deze opleiding alleen vereist is voor advocaten die deze opleiding niet eerder hebben voltooid, dus voor advocaten die advocaat werden voordat deze opleiding bestond. U weet nog niet helemaal wat de consequenties kunnen zijn als u in een bepaald jaar niet geheel aan de eisen voldoet, als u bijvoorbeeld niet minimaal twee jeugdstrafzaken hebt behandeld. 22 januari 2010 Binnenkort meer
|
| |
|
|
|