Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Brochure

  Reageren

  Handleiding

  Dossiers

  Links

  

 

  

 

 

Klacht over audit bij NMA

Mr. R.K. Van der Brugge uit den Haag heeft bij de Nederlandse Mededingingsautoriteit een klacht ingediend tegen de Nederlandse Orde van Advocaten en de Raden voor Rechtsbijstand, zo meldt het Advocatenblad, aflevering 8 van 2004. Hij geeft aan dat het auditgebeuren concurrentievervalsend werkt.

Als grond wordt genoemd dat het auditgebeuren concurrentievervalsend werkt omdat het niet voor alle advocatenkantoren even belastend is. Hoe groter het advocatenkantoor, hoe minder belastend de audit is.

Redenen hiervoor zijn:

  1. “Zo zou onder andere het tariefsysteem (een vast bedrag per kantoor) in het nadeel werken van kleine kantoren, evenals de met de audit gemoeide werklast”, zo vermeldt het Advocatenblad. Bedoeld wordt kennelijk dat een audit per kantoor en niet per advocaat vereist is, zodat bij grotere kantoren de last – de financiële last en de werklast - per advocaat aanzienlijk geringer is.

  2. Een klein kantoor zal het zich veelal niet kunnen veroorloven de gefinancierde rechtsbijstand geheel vaarwel te zeggen. De audit is gegoten in een civielrechtelijk gewaad van een opdracht. De advocaat die het zich niet kan veroorloven is derhalve feitelijk/economisch gedwongen een opdracht te geven. Dit komt dus neer op gedwongen winkelnering, wat in strijd is met de Mededingingswet.

Hier zou aan kunnen worden toegevoegd dat een bepaalde groep advocaten, degenen die tot auditor zijn aangesteld, ten laste van degenen die een audit moeten ondergaan, eenzijdig financieel worden bevoordeeld.

Klacht bij NMA

Bezwaarschrift

Meer over de hoorzitting

Pleitnota Mr. G.J.A.M. Bogaers

Beschikking op bezwaarschrift

 

 

7 juni 2004/10 januari 2005