Bureaucratie in de advocatuur?


  

  Home

  Dossiers

  Links

  

 

  

 

 



Het keurmerk letselschade

Eerder, op 5 juni 2007 berichtte Bureaucratie in de advocatuur dat Slachtofferhulp Nederland van plan was een eigen keurmerk te gaan instellen voor advocaten en dat onduidelijk was of het keurmerk al was ingevoerd. Kort daarna, op 11 juni 2007 is het keurmerk ingevoerd. Het is een keurmerk van de Stichting Keurmerk Letselschade. De aanduiding ¨keurmerk van Slachtofferhulp¨ is dus niet helemaal juist, ook als speelt Slachtofferhulp bij het keurmerk wel een belangrijke rol. Zo is de directeur van Slachtofferhulp, Jaap Smit, tevens voorzitter van de Stichting Keurmerk Letselschade.

Op 11 juni 2007, de dag waarop het keurmerk van start ging, vond op BNR Nieuwsradio een interview plaats met Jaap Smit. Het begint met een verslaggever die zegt dat het vanaf vandaag makkelijker moet worden een correcte advocaat te kiezen. Volgens Smit was het hard nodig dat er een dergelijk keurmerk zou komen. Hij verwijst naar een rapport van de stichting de ombudsman uit 2004 waarin de hele letselschadebranche een veeg uit de pan kreeg, zowel van verzekeraarskant als van de andere kant (dus niet de verzekeraars kregen een veeg uit de pan, maar de verzekeraars waren een van de partijen die de veeg uit de pan uitdeelden). Op de vraag van de verslaggever wat er allemaal mis ging zei Smit dat zaken vaak onnodig lang werden aangehouden, slachtoffers werden vaak slecht voorgelicht, de tarifering van de kant van de rechtshulpverleners klopte vaak niet. Volgens Smit was dit een initiatief uit de markt zelf (dus niet van Slachtofferhulp). Volgens Smit had de markt voldoende zelfreinigend vermogen laten zien om te zorgen dat het kaf van het koren gescheiden wordt. Nadat de verslaggever had opgemerkt dat de branche niet direct een heel goed imago had, zei Smit dat alle partijen hard bezig waren dat imago te verbeteren, van de kant van de verzekeraars (die zich dus kennelijk ook bezig houden met de kwaliteit van de rechshulpverleners en niet andersom) en van de kant van de rechtshulpverleners.

Smit zei dat het keurmerk er in voorziet dat letselschadeadvocaten en letselschadeexperts, dat zijn twee verschillende groepen, zich aan bepaalde kwaliteitsstandaarden moeten houden die iets zeggen over deskundigheid en zorgvuldigheid.

Ter sprake kwam no cure no pay. Op de vraag van de verslaggever of hij daar tegen was zei Smit dat hij er huiverig voor was. ¨ In een aantal gevallen, echt in uitzonderingsgevallen is no cure no pay de enige voor een slachtoffer om nog kans te maken op een schadevergoeding met name daar waar onduidelijk is wie de aansprakelijke partij is of als een heel ingewikkeld medisch dossier aan de orde is maar in veel van de gevallen is dat nergens voor nodig en worden de kosten die je moet maken voor rechtshulpverlening gewoon betaald door de aansprakelijke partij en dan is no cure no pay met tarieven tot 30 % nergens voor nodig. ¨, aldus Smit.

Op de vraag van de verslaggever hoe je iemand kan herkennen zei Smit dat zij een logo hadden ontwikkeld, een mooi logo, waarvoor ze een specht hadden gekozen met een scherpe snavel die doordringt tot de kern en als het nodig is een gat in maakt in de verdedigingslinies, aldus Smit.

¨Op welke website?¨ vroeg de verslaggever. Het antwoord: www.stichtingkeurmerkletselschade.nl

Op de website kunnen wij reglementen en aanvraagformulieren ophalen. Een advocaat moet om een keurmerk te krijgen een medisch adviseur hebben. Verder doet het aan de eisen van de audit denken. Niet duidelijk wordt welke kosten er aan een keurmerk verbonden zijn. Inmiddels heeft minister Hirsch Ballin de vragen van Jan de Wit beantwoord. Zie hier voor de antwoorden. Volgens Hirsch Ballin is van een directe doorverwijzing geen sprake. Het is dus niet zo dat het er op neer komt dat advocaten moeten betalen om doorverwijzingen te krijgen. Wel heeft Slachtofferhulp zich voorgenomen om het slachtoffer te informeren over het bestaan van initiatieven die naar het oordeel van Slachtofferhulp kunnen bijdragen aan verbetering van de positie van het slachtoffer, aldus Hirsch Ballin. Op de website www.stichtingkeurmerkletselschade.nl kunnen wij ondermeer klikken op ¨Ledenlijst¨. Er staat overigens niet bij waarvan de leden op de ledenlijst lid zijn, niet van de Stichting Keurmerk Letselschade, want men kan geen lid van een stichting zijn, dus het zullen wel de rechtshulpverleners met een keurmerk zijn, maar wat daarvan zij, als wij vandaag, 6 augustus 2007, op ¨Ledenlijst¨ klikken verschijnt er geen enkel lid, hoewel het keurmerk al bijna 2 maanden geleden van start is gegaan. Zou dit betekenen dat tot nu toe nog geen enkele advocaat een keurmerk heeft?

Op de vraag van de Wit wat de minister vindt van het plan van Slachtofferhulp Nederland respectievelijk de Stichting Keurmerk om van deelnemende advocaten een eenmalige inschrijving van € 750,-- te verlangen en een jaarlijkse contributie die ligt tussen ? 1250,-- en € 2000,-- antwoordt Hirsch Ballin dat Slachtofferhulp hem heeft laten weten dat er geen sprake is van het stellen van eisen aan advocaten om in aanmerking te komen voor enige doorverwijzing. Aangezien er wel degelijk eisen gesteld worden, moet derhalve worden aangenomen dat het voldoen aan deze eisen geen voorwaarde is om in aanmerking te komen voor enige doorverwijzing en dat er dus kennelijk geen doorverwijzingen plaatsvinden, al had het antwoord duidelijker kunnen zijn.