| ||
|
Bureaucratie
in de advocatuur? |
| |
Home
|
Discussie over audit in Advocatenblad 4Vervolgens komt Bert Brands aan het woord. De titel van zijn artikel luidt Gefinancierde rechtshulp wordt weer sexy. Bert Brands was voorzitter van de Vereniging Sociale Advocatuur Nederland, afgekort VSAN. Hilda de Groot, de directeur van de SKIR, was ook bestuurslid van de VSAN. De SKIR is een aparte organisatie of bedrijf dat door de Orde van Advocaten is opgericht in verband met allerlei zaken die met het auditgebeuren verband houden. De SKIR is op hetzelfde adres als de Orde van Advocaten gevestigd. Of de SKIR een ambtelijke instelling is of een commercieel bedrijf is niet helemaal duidelijk. De SKIR ontleent zijn bestaansrecht aan het auditgebeuren en allerlei zaken daar omheen. De VSAN vertegenwoordigt een segment binnen de advocatuur waar men meer dan buiten die kringen in hokjes denkt, zoals naar voren komt in de tegenstelling sociale advocatuur en commerciële advocatuur. Waar de verschillende artikelschrijvers de term sociale advocatuurgebruiken bestaat de mogelijkheid van spraakverwarring. Deze term wordt namelijk gebruikt om advocaten die gefinancierde rechtsbijstand verlenen aan te duiden, maar daarnaast wordt deze term gebruikt om advocaten aan te duiden die rechtsbijstand verlenen vanuit een maatschappijvisie die impliceert dat men voor de zwakkerenop komt. De term commerciële advocatuur werd oorspronkelijk in de jaren 70 en 80 - gebruikt om buitenstaanders of "andersdenkenden" aan te duiden. De term commercieelwerd in die tijd meer dan nu het geval is als een vies woord gezien. Naast de term commerciële advocatuur werd vroeger ook de term traditionele rechtshulpverlenersgebruikt. Later hebben anderen de eerste van deze twee termen overgenomen en zo zien wij nu dat er ook advocaten zijn die zichzelf als commerciële advocatuur aanduiden. Ook het gebruik van de term zwakkeren voor degenen waar men voor wil opkomen, impliceert een denken in hokjes, die in dit geval onvermijdelijk een vorm van paternalisme met zich meebrengt. Brands belijdt weliswaar met de mond de wens om tot minder bureaucratie te komen maar is desondanks een voorstander van het auditgebeuren, wat ook moeilijk anders kan nu hij samen met Hilda de Groot in het bestuur van de VSAN zit. Brands meent dat er een fabel zou bestaan die inhoudt dat de sociale advocatuur minder werk levert ( bedoeld is kennelijk dat de sociale advocatuur werk van mindere kwaliteit zou leveren) dan de commerciële advocatuur en hij meent dat daarmee voor eens en voor altijd zou zijn afgerekend. Volgens Brands wijzen de resultaten van de audits 2002 en 2003 dat uit. Zou hij dat werkelijk geloven? Als hij aan het publiek voorhoudt dat de audits met een dergelijke fabel (voorzover die bestaan mocht hebben) af zou rekenen zonder het publiek behoorlijk in te lichten over wat de audit inhoudt, geeft dat geen blijk van transparantie, terwijl ons toch is voorgehouden dat de audit zou dienen om kwaliteit transparant te maken. Als deze wijze van voorlichten over kwaliteit standaard wordt, wordt kwaliteit daarmee zeker niet transparant gemaakt, in tegendeel: er wordt een rookgordijn van onvolledige informatie en misverstanden gelegd. Hier wreekt zich ook de geheimzinnigheid rond de wijze van recrutering van de auditoren en wie de auditoren zijn. Naast het vaststaande feit dat Brands destijds samen met Hilda de Groot in het bestuur van de VSAN zat, blijft ook de vraag hangen of Brands zelf auditor is en daarom misschien een financieel belang bij het auditgebeuren heeft. Niet onvermeld mag in dit verband blijven dat advocaten die niet of niet tijdig een auditverklaring hadden overgelegd van de Raad voor Rechtsbijstand een aanzegging inzake een voornemen tot uitschrijving als rechtsbijstandverlener hebben ontvangen en dat daarin ondermeer wordt medegedeeld dat in zeer specifieke uitzonderingsgevallen waarin aan een advocaat zonder auditverklaring een toevoeging wordt verleend, uit de aanvraag moet blijken dat de cliënt er op gewezen is dat de advocaat niet voldoet aan de gestelde kwaliteitsvoorwaarde voor reguliere inschrijving. Door deze mededeling wordt ten onrechte de indruk gewekt dat een advocaat met een auditverklaring daarom van betere kwaliteit zou zijn dan een advocaat zonder auditverklaring. Ook hieruit blijkt derhalve dat de Raad voor Rechtsbijstand zelf geenszins transparant is. Dat ook de Orde van Advocaten geenszins transparant is kan onder meer worden afgeleid uit het rookgordijn dan nog steeds hangt rond de wijze waarop auditoren worden gerekruteerd, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat het door de Orde van Advocaten aan een advocaat toekennen van de status van auditor voor deze laatste een riant financieel voordeel oplevert. Brands constateert dat Wolters een einde aan de gefinancierde rechtshulppraktijk heeft gemaakt en vindt dat een stap te ver, waar hij er gemakshalve aan voorbij gaat dat dat niet de keus van Wolters is geweest doch een gevolg van een handelen van de Raad voor Rechtsbijstand. 30 augustus 2004/21 september 2004 In verband met auteursrecht is het niet mogelijk hier de integrale teksten van de artikelen op te nemen.
|
| |
|
|