| ||
|
Bureaucratie
in de advocatuur? |
| |
Home
|
Bijgewerkt 30 augustus 2004 Discussie over audit in Advocatenblad 3Volgens Ohm en Fortuin worden de normen van de kwaliteitsstandaard volledig geaccepteerd als zaken die je als professioneel werkend advocaat voor elkaar moet hebben. Dit verraadt opnieuw geen hoge dunk voor advocaten die een audit moeten ondergaan. Hier komt de parallel met de ideeën van minister Verdonk over de asieladvocaten naar voren. Om wat voor soort zaken gaat het hier? Het komt er op neer dat veel zo niet alles geregistreerd moet worden. Zo moeten aard en omvang van iedere zaak worden vastgelegd. Uit schriftelijke stukken moet blijken dat de haalbaarheid en de financiële consequentie van een zaak steeds met de cliënt zijn besproken. Van iedere zaak moet aan de cliënt een opdrachtbevestiging worden gezonden. De inhoud van alle gesprekken en telefoongesprekken moet worden vastgelegd. Daarnaast moet de tijdsbesteding in iedere zaak nauwgezet worden bijgehouden. Dit alles moet plaatsvinden op een zodanige wijze dat dit, bij voorkeur op een eenvoudige wijze, door de auditor kan worden vastgesteld. Ook moet aan de cliënt een schriftelijke bevestiging worden gezonden indien een zaak als beëindigd wordt beschouwd, althans er moet een regel zijn dat een cliënt bij afsluiting van een zaak een dergelijk bericht krijgt. In verband met mogelijke belangentegenstellingen moet een register van ex-cliënten worden aangehouden. De vraag zou kunnen rijzen of dit laatste in overeenstemming is met de privacywetgeving. Volgens Ohm en Fortuin prikkelt dit tot een kritisch nagaan of het kwaliteitsniveau op peil is. Volgens Ohm en Fortuin kijk je er eerst tegen op maar kun je na afronding met trots en voldoening constateren dat alles weer op orde is. Dat alles in orde zou zijn als de auditverklaring er is, lijkt mij op zijn minst een gewaagde conclusie. Ook als men van mening is dat daar wellicht iets in zit rijst de vraag of dit in deze tijd van recessie een rechtvaardiging kan zijn voor een niet meer te stoppen ontwikkeling zoals die tot nu toe naar voren komt uit de oprichting van een auditbureau, een bedrijf of ambtelijke instelling genaamd SKIR, met ongetwijfeld vele uitstekend betaalde medewerkers, de aanstelling van 80, riant gehonoreerde auditors alsmede een enorme, met een zich snel verder ontwikkelende controle en verantwoordingscultuur samenhangender bureaucratie, en de daarmee samenhangende nieuwe lastenverzwaring voor de advocaten rechtvaardigt. Ohm en Fortuin stellen nog dat het optreden van de auditors een goede beoordeling krijgt maar ook hier zijn zij niet transparant: kennelijk gaat het hier weer om een beoordeling door geïnterviewde advocaten, maar wie die geïnterviewde advocaten zijn wordt niet medegedeeld. Of het hier een onafhankelijke beoordeling betreft moet ten zeerste betwijfeld worden. Overigens is een beoordeling van het optreden van de auditors als zodanig geen onderwerp van dit artikel. Volgens Ohm en Fortuin is het prettig dat de normen ruimte laten voor de uitwerking van de eisen en dat het kantoor helemaal vrij is de kantoororganisatie zelf in te richten zo lang deze maar aan de eisen voldoet. Men kan hetzelfde ook negatiever stellen: de Orde van Advocaten stelt eisen en de advocaat moet het verder zelf maar uitzoeken. Ohm en Fortuin geven aan dat als een advocaat niet voldoende tijd aan de audit heeft besteed de auditor daar niet mee akkoord zal gaan en de audit zal afbreken. Dit wijst er niet op dat een audit iets moois en fijns zou zijn. Ohm en Fortuin zeggen dat de auditors ervaren advocaten zijn die met gedegen trainingen worden klaargestoomd, maar hoe de auditors gerekruteerd worden zeggen zij niet. Dit blijft een goed bewaard geheim. Een goed bewaard geheim is ook welke advocaten auditor zijn. Dit is opmerkelijk omdat de Orde van Advocaten en de raden voor rechtsbijstand de term "transparant" hoog in het vaandel dragen. Zelf zijn zij echter niet erg transparant. Dit alles, in samenhang met de riante honoraria die de auditors ontvangen, versterkt de overtuiging dat het hele gebeuren een "meerterzet" is waarmee een beperkt aantal advocaten aan een riante aanvullende inkomensbron is geholpen. Volgens Ohm en Fortuin zijn de auditors enthousiast over hun rol. Gezien de riante honorering kan dat ook moeilijk anders. Een audit kost 1035,43 (f 2281,79) en een heraudit 517,72 (f 1140,90), vermeerderd met btw en reiskosten. Ter vergelijking: een autorijexamen kost 81,55 en 32,70 voor het theorieëxamen, totaal 114,25 en vertel mij niet dat het werk van een autorijexaminator lager gekwalificeerd of minder verantwoordelijk zou zijn dan dat van een auditor. Volgens Ohm en Fortuin waken de auditors er voor zich met mooie verhalen om de tuin te laten leiden. Ohm en Fortuin zijn voorstanders van een auditverplichting voor alle advocaten, dus ook voor advocaten die geen gefinancierde rechtsbijstand verlenen. Zij zijn daar voorstander van omdat zij van mening zijn dat een advocaat met een auditverklaring zichtbaar aan kwaliteitseisen voldoet, waarbij zij er kennelijk stilzwijgend van uit gaan dat dat betekent dat een advocaat met een auditverklaring daarom van betere kwaliteit zou zijn dan een advocaat zonder auditverklaring. Ook hier zien wij weer dat Ohm en Fortuin van advocaten, althans van advocaten die toevoegingen behandelen en daarom een audit moeten ondergaan, een lage dunk hebben, zoals minister Verdonk een lage dunk heeft van asieladvocaten. In de ogen van Ohm en Fortuin proberen advocaten auditors met mooie verhalen om de tuin te leiden maar de auditors trappen er niet in. Wat voor mooie verhalen hebben zij op het oog? Bedoelen zij mooie verhalen die inhouden dat de advocaten bepaalde zaken voor elkaar hebben terwijl dat in werkelijkheid niet zo is? Hierover geven Ohm en Fortuin geen duidelijkheid.
7 juni 2004/30 augustus 2004 In verband met auteursrecht is het niet mogelijk hier de integrale teksten van de artikelen op te nemen.
|
| |
|
|